Onderstaand,
eerder geschreven blogje wil ik jullie niet onthouden. Geheel in het kader van
de aankomende kampeervakantie. inmiddels heeft deze column in de KCK gestaan.
Tent perikelen
Fronsend kijkt hij naar het
grillige patroon dat wordt gevormd door de glimmende nieuwe tentstokken die
voor hem op de grond liggen. De rimpel in zijn voorhoofd, die ontstaat door het
fronsen, wordt dieper. Een zweetdruppel rolt langs zijn slaap naar beneden.
Verstoord kijkt hij op als hij merkt dat ik hem geamuseerd gadesla. Met de
wetenschap, dat ik me op gevaarlijk terrein waag, vraag ik hem liefjes of het
lukken wil. Venijnig bijt hij me met een ingehouden vloek toe, dat het
uitstekend verloopt. Vals voegt hij eraan toe dat het beter zou lukken, indien
ik hem, in plaats van toe te kijken, een kopje koffie zou brengen.
Geïrriteerd verschuift hij
een paar tentstokken.
Triomfantelijk doet hij een
stapje achteruit en kijkt met zijn armen over elkaar naar het figuur op de
grond. Een zakje met vreemdsoortige grijze plastic klemmen wordt opengetrokken
en fanatiek schuift hij ze op de door hem uitverkoren stokken.
Met stijgende verbazing kijk
ik hoe hij de stokken aan elkaar verbind.
“Hou es vast”, zegt mijn
lief en duwt me een stok in de handen. Daar sta je dan, letterlijk voor paal.
Na een minuut of 5 de boel gestut te hebben zegt hij: “laat maar los”.
Wonder boven wonder stort de
zaak niet in en vol goede moed trekt hij het tentdoek over de stokken.
Vol bewondering kijkt mijn
man naar het vreemde bouwwerk. Als je goed
kijkt kan je zien dat het
een voortent moet voorstellen.
Voorzichtig zeg ik: “
volgens mij klopt er iets niet, kijk maar, de stok zit niet in het midden en de
rechterkant is stukken lager dan de linkerkant.
Met een ruk draait hij zich
naar me om en snauwt me toe, dat hij echt wel weet hoe je een voortent op moet
zetten. Inmiddels is ook de ergernis in mijn lijf geslopen en even vinnig zeg
ik: Man, een kleuter kan toch zien dat dit niet goed is.
Onze puber die inmiddels op
het tumult was afgekomen stond met een brede grijns tegen het kozijn van de
voordeur geleund. “Pap, geef nu maar toe, mama heeft gelijk”. Gniffelend kijk
ik naar onze zoon die vanonder zijn pet grinnikend naar ons kijkt.
Geïrriteerd begint hij te
sjorren aan het tentdoek zodat er steeds meer spanning op het
spiksplinternieuwe tentdoek komt te staan. Een bijna onbeheersbare neiging, om
hem met een overgebleven tentstok op zijn hoofd te slaan onderdrukkend, roep ik
nu echt boos dat het niet goed zit en we opnieuw moeten beginnen.
Als 2 oververhitte kemphanen
staan we tegenover elkaar en op dat moment komt mijn broer de oprit
opgewandeld. Met 2 handen in zijn zakken en brede grijns om zijn mond vraagt
hij: “Lukt het een beetje?”
“Nee” roep ik gefrustreerd,
“ja hoor” roept mijn lief, minstens even gefrustreerd.
Hoe het komt dat mijn lief
wel een kritisch oog van zijn zwager kan velen en niet van mij, zijn bloedeigen
vrouw, is mij een raadsel. Met zijn hulp staat de tent vrij snel zoals het
hoort.
Tevreden beoordelen we het
resultaat en met een zucht van opluchting mompel ik dat we nu eindelijk de boel
op kunnen ruimen. Ik draai me om naar mijn man en zie hem staan met een grote
doos.
“nee schat, de luifel moet
ook nog!”, zegt hij optimistisch
Fijn he... een vakantie waar je maanden naar uitgekeken hebt met zo'n begin... Ik zou gelijk naar de laatste bladzijde van het boek willen scrollen... komt er een happy end?
BeantwoordenVerwijderenDon't worry, be happy! Have a good time!